Druiven kweken.

Druiven zijn er in vele kleuren en smaken. De meeste soorten moeten warm staan, in een kas bijvoorbeeld. Maar sommige soorten zijn ook geschikt voor de buitenteelt.


De plant.

Druiven zijn vaste planten die wel wat steun nodig hebben. Ook vragen ze nog wel wat onderhoud. In de winter moet de plant gesnoeid worden. Ook in  het voorjaar en in de zomer is het nog wel wat werk. Maar als je een beetje je best doet, dan zal je zeker emmers vol met druiven kunnen plukken.

 

Planten.

De wintermaanden zijn uitermate geschikt voor het planten van druiven. Ze hebben het blad laten vallen en de sapstroom staat stil. Omdat de planten jaren op dezelfde plaats staan moet de grond goed voorbereid worden. Neem een plek die niet te nat is, want druiven staan graag droog. Maak een plantgat dat groot genoeg is en vul deze met compost en oude stalmest. Plaats hierin de druivelaar en strooi er dan nog wat kalk bij. Tot slotte geven we nog een flinke dosis water. 

 

Soorten.

Er zijn vele soorten druiven en ze zijn niet allemaal overal geschikt voor. Zo heb je kasdruiven en druiven die je buiten kan houden. Kijk hier goed naar, want kasdruiven geven buiten geen druiven (of ze worden niet rijp).


 

Ook zijn er vele kleuren druiven. Verschillende formaten en verschillende doeleinden. Want een wijndruif is niet geschikt om uit de hand te eten.

 

Bedenk dus eerst wat je ermee wilt doen en waar ze komen te staan. Pas dan kan je op zoek gaan naar een goede druif.

 

Een druif voor buiten.

In Nederland en België kan je prima buiten druiven kweken. Geef ze een warm plekje in de tuin, bijvoorbeeld tegen een zuidmuur. De meest verkochte soorten zijn: Boskoops Glorie (Blauw) en Vroege van der Laan (wit)

Andere rassen die het buiten goed doen zijn: 

  • Anja (rood)
  • Bellarossa (rood)
  • Calasta (wit)
  • Esther (blauw)
  • Evita (wit)
  • Franziska (wit)
  • Frumuosa Alba (wit)
  • Garant (blauw)
  • Heeker (wit)
  • Heike (rood)
  • Hera (wit)
  • Isabelle (rood)
  • Kodrianka (blauw)
  • Lakemount (wit)
  • Lidi (rood)
  • Luis (blauw)
  • Millennium (wit)
  • Muscat Blue (blauw)
  • Osella (blauw)
  • Primus (wit)
  • Romulus (wit)
  • Rosetta (rood)
  • Solara (rood)
  • Solaris (wit)
  • Sophia (wit)
  • Souvenir (rood)
  • Vanessa (rood)
  • Venus (blauw)
  • Zilga (blauw)

Een druif voor in de kas.

Voor in de kas moet er gekeken worden of het gaat om een verwarmde of om een onverwarmde kas. Ik ga hier alleen de druiven bespreken voor in een onverwarmde kas.

  • Black Alicante (blauw)
  • Golden Champion (wit)
  • Muscaat van Alexandrië (wit)

Plantafstand.

Plant de druiven minimaal 1 meter uit elkaar. In een kas on langs een pergola zet je vaak maar 1 druif, dus dan is dat niet van toepassing. Zorg dat er iets is om ze aan vast te binden. Als ze tegen een muur staan, zorg er dan voor dat het klimrek ongeveer 10 tot 15 cm van de muur hangt.

 

Onderhoud.

De wintersnoei is de belangrijkste snoei voor een goede oogst. Druiven zijn flinke groeiers. Met de wintersnoei houdt je de plant overzichtelijk en in vorm. Kies als eerste de hoofdrank, die blijft. Eventueel word deze getopt op de gekozen lengte. Daarna worden alle zijtakken terug geknipt tot op het tweede oog. Doe deze snoei voor half januari op een dag dat het niet vriest.

 

Als in het voorjaar de druivelaar begint uit te lopen, maken we een selectie van de uitlopers die mogen blijven. Laat ongeveer elke 10 cm 1 grote uitloper staan en verwijder de rest.

 

Daarna zal hij zeer snel gaan groeien. Bind eventueel de lange stengels vast en verwijder de dieven. Dit zijn de zijtakjes die in de bladoksels groeien.

 

Buiten laten we 1 tot 2 trossen druiven per tak zitten, in de kas kan je gemakkelijk 2 trossen per tak laten zitten. Alle trossen die te veel zijn worden verwijderd. 

 

Als de nieuwe uitlopers 3 bladeren hebben na de laatste tros druiven, kan hij getopt worden. Loop gelijk ook weer even de dieven na en verwijder deze nogmaals.

 

Als de druif buiten staat is het nu ook tijd om de vogelnetten te plaatsen.


 

Als de druiven beginnen te groeien kunnen we gaan krenten. Dit houdt in dat alle slecht groeiende druiven worden verwijderd, zodat de rest zich kan ontwikkelen tot mooie grote druiven. Tik eerst eens tegen de hoofdrank. Er zullen nu al veel kleine druifjes loslaten en vallen. Knip eventueel met een klein schaartje nog meer (kleine) druiven weg.

 

Als in het najaar het blad gevallen is kan dit het beste verwijderd worden, zodat hier geen ziektes of ongedierte in kan overwinteren.

 

Voeding.

Druiven houden van een kalkrijke bodem. Geef elk voorjaar naast een emmertje compost dus ook een flinke hand kalk. In juni geven we nog een klein handje kali, voor mooie en stevige druiven. Verder heeft de plant weinig nodig. Hij maakt een groot wortelgestel en zal zelf naar water en voeding zoeken.

 

Oogsten.

Oogsten gebeurd in augustus of oktober. Bij de meeste druiven is het goed te zien wanneer ze rijp zijn. En anders kan je er altijd eentje plukken en proeven. Neem een snoeischaartje en knip de gehele tros eraf. Kijk goed achter en onder de bladeren, want ze kunnen nog wel eens verstopt zitten.

 

 

 

 

Bewaren.

Druiven kunnen als ze droog geplukt worden zeker enkele dagen bewaard worden. Ze kunnen gebruikt worden voor het maken van sap, wijn en jam.

 


Ziektes en plagen.

Wespen zijn dol op druiven. Je herkent het aan de aangevreten druiven.

Ook de wolluis en de druivenviltmijt kan je aantreffen. De wolluis zit meestal aan de onderkant van het blad (witte wollige bobbeltjes). De druivenviltmijt geeft donkere bobbeltje aan de bovenzijde van het blad met aan de onderkant grijze vlekjes.

 

Ook komen er een aantal ziektes voor bij druiven, zoals de valse meeldauw en de echte meeldauw. Als de druiven in een te vochtige omgeving hangen kan je last krijgen van grauwe schimmel. Als de takken oranje stipjes krijgen heb je te maken met het meniezwammetje.

 

Verder moet er zeker in de kas opgelet worden dat het er niet te warm word. Als de druiven zwart worden en opdrogen, dan zijn ze verbrand.

 

Krijgt het blad donkere randen, dan heeft hij last van een kaligebrek. Word het blad geel, dan heeft de plant een te kort aan stikstof.

 

En dan de grootste vijand van de druif, de vogels. Bescherm zeker buiten de druiven tegen de vogels, anders zal je zeker niets oogsten. 

 

Kalender.

  • In maart en/of april begint de druif uit te lopen. Er wordt gekeken welke uitlopers en mogen blijven. de rest wordt verwijderd. De rest wordt indien nodig aangebonden.
  • In april en mei lopen we de plant weer eens na. Alle dieven moeten dan verwijderd worden.
  • In juni en juli worden de lange scheuten opgebonden.
  • Zodra de druiven beginnen te groeien, moet het blad wat eromheen zit worden verwijderd, zodat de druiven volop zon krijgen.
  • Begin augustus worden de scheuten getopt.
  • Begin augustus word er gekrent.
  • Vanaf half augustus tot eind oktober kan er geoogst worden. Dit is afhankelijk van het soort en de standplaats.
  • Tussen begin december en half januari moeten de druiven gesnoeid worden.

Laatst bijgewerkt op: 14 decemberi 2021