Lupine.

Familie: Vlinderbloemige (Fabaceae)

 

Een Lupine is een echte blikvanger in de tuin, die zowel in de border als solitair gebruikt kan worden. Met zijn hoge aren met heel veel bloemen trek hij zeker de aandacht. 


De plant.

Deze forse vaste plant heeft licht behaard handvormig blad. De licht groene bladeren komen tot een hoogte van 40 cm. Daarbovenuit steken de lange aren met ontelbaar veel bloemen. De aren kunnen wel 1 meter hoog worden. Deze bloemen trekken vele bijen en hommels aan. Vaak bloeit hij met paarse bloemen, maar er zijn ook soorten met witte, roze, rode of tweekleurige bloemen. Na de bloei verschijnen er licht behaarde peulen met daarin de grote zaden. Lupines hebben een penwortel en zijn daardoor slecht te verplanten.

 

Zaaien.

De grote lupinezaden kunnen van maart tot in juni gezaaid worden. Ze kiemen gemakkelijk en de jonge planten zullen al snel uitgroeien tot mooie planten. Als ze vroeg gezaaid worden zullen de planten hetzelfde jaar al bloeien.

Zaai de zaden 0,5 cm diep in een bakje met zaaigrond of buiten op een regel. Zorg ervoor dat de zaden enkele centimeters van elkaar af zijn, zodat de plantjes niet te dicht op elkaar staan. 

 

Standplaats.

Lupines vragen een droge, goed doorlatende standplaats in de volle zon. De grond mag enigszins iets zuur zijn. Lupines hebben een hekel aan een kalkrijke bodem. Het is een sterke plant die weinig voeding nodig heeft.

 

Plantafstand.

Omdat Lupines grote planten worden is de minimale plantafstand 40 cm.

 

Onderhoud.

Verwijder de uitgebloeide bloeiaren. Zo steekt de plant niet te veel energie in het maken van zaad. Als ze op tijd verwijderd worden, is de kans groot op een tweede bloei in september.

 

Eens in de 3 of 4 jaar kan de plant opgegraven en gedeeld worden. Alle delen kunnen dan weer apart geplant worden. Zo blijft de plant jong en blijft hij het goed doen.

 

Voeding.

Een lupine staat graag een beetje arm en hoeft dus niet bemest te worden.

 

Zelf zaad winnen.

In het najaar, na de bloei verschijnen de zaadpeulen. Laat deze aan de plant zitten, totdat ze zwart zijn en open springen. Pluk de aren en laat deze in zijn geheel drogen. Na enkele weken kun je de peulen openbreken en de zaden oogsten. Bewaar de zaden op een droge en donkere plaats. De zaden zijn 3 tot 4 jaar houdbaar.

 

Kalender.


Laatst bijgewerkt op: 10 mei 2021