Passiebloem.

Latijnse naam: Passiflora

 

Andere benamingen: Passievrucht

 

Er zijn ongeveer 400 soorten binnen deze familie. Van oorsprong komen ze uit de tropische gebieden van Amerika, Azië, Afrika en Australië. Hoewel de planten ook bekend zijn van de passievruchten, zijn de meeste soorten niet eetbaar of zelfs giftig. Let dus wel op welke soort je koopt als je vruchten wolt oogsten.

 


De plant.

Deze klimplant heeft zeer mooie en opvallende bloemen. Als het een mooie zomer is krijgt de plant genoeg tijd en warmte om na de bloei heerlijke passievruchten te ontwikkelen.

 

Het is een echte klimplant en vind zelf zijn weg naar boven. We hoeven alleen maar te zorgen dat hij iets heeft om zich aan vast te grijpen. Sommige soorten kunnen een hoogte bereiken van wel 4 meter.

 

Er zijn vele soorten en kleuren, allemaal met mooie, opvallende bloemen. Sommige soorten zijn winterhard, maar de meeste soorten worden als 1-jarige of als kuipplant gekweekt.

 

Hij heeft gelapte donkergroene, glanzende bladeren die op korte stelen zitten.

 


Vermeerderen.

Zaaien.

Passiebloemen kunnen prima gezaaid worden. Dit gebeurd in maart en/of april in huis of in een kweekbak. Laat de zaden eerst een nachtje in een bakje met melk weken. Zaai ze daarna een halve centimeter diep en zet ze dan weg bij een temperatuur van ongeveer 20 graden.

 

Stekken.

Van april tot begin juni kunnen er stekken genomen worden. Neem topstekken van ongeveer 10cm lang en verwijder van de onderste 6 cm de bladeren en steek ze in een pot met stekgrond. Maak het geheel goed nat en zorg er daarna voor dat de grond vochtig blijft. Het beste kan je de stekken in een kweekkasje plaatsen of de pot afdekken met plasticfolie. Zet de stekken op een warme plek met veel licht, maar geen direct zonlicht. Na enkele weken zijn de stekken voldoende gegroeid en zullen ze ook voldoende wortels hebben.

 

Soorten.

Passiflora cearulea.

Dit is de meest verkochte soort. Dit komt omdat hij zeer goed winterhard is. Hij bloeit van juli tot oktober. De  witte bloem hebben een blauwe, violette kroon en paars met groene stampers. In het najaar heeft hij heerlijke sappige vruchten. Hij wordt 3 tot 4 meter hoog. De plantafstand is 40 cm.

 

Passiflora 'Alata'

Deze heeft van mei tot eind september grote rode bloemen met een witte kroon. Hij wordt 3 meter hoog. Dek in de winter de wortels af met een dikke laag stro.

 

Passiflora 'Amethyst'

Hij bloeit met violet paarse bloemen en wordt 3,5 meter hoog.

 

Passiflora 'Anastacia'

Deze heeft zuurstokroze bloemen met groene stampers. De vruchten zijn niet eetbaar. Hij is winterhard tot -10 graden. Dek in de winter de wortels af met een dikke laag stro. Hij wordt 150cm hoog.

 

Passiflora 'Beauty of Hanover'

Deze heeft witte bloemen met een paars hart. Hij heeft groene stampers. Hij wordt 150cm hoog en is winterhard tot -10 graden.

 

Passiflora 'Betty Miles Young'

Deze heeft paarslila bloemen. Hij wordt 150cm hoog en is winterhard tot -10 graden.

 

Passiflora 'Constance Elliot'

Dit soort heeft van mei tot september spierwitte bloemen is is redelijk winterhard. Hij wordt 2 meter hoog en geeft grote, sappige vruchten. Dek in de winter de wortels af met een dikke laag stro.

 

Passiflora 'Damsel's Delight

Deze heeft crème witte bloemen met een paarse kroon. Hij is matig winterhard en kan het beste als kuipplant gehouden worden.

 

Passiflora 'Lavender Lady'

Deze heeft roze bloemen met groene en bruine stampers. Hij is matig winterhard en kan het beste als kuipplant gehouden worden.

 

Passiflora 'Purple Rain'

Deze heeft paars-blauwe bloemen met groene stampers. Hij wordt 150cm hoog en is winterhard tot -10 graden. Snoei hem in het voorjaar, maar snoei hem niet te veel, want hij kan er maar slecht tegen.

 

Passiflora 'Victoria'

Deze heeft paars-roze bloemen met een witte kroon en groene en paarse stampers. Hij wordt 150cm hoog en is winterhard tot -10 graden.

  

Voor meer soorten, kijk ook eens op: https://www.passifloratuin.com/

 

Standplaats.

Passiebloemen staan het liefste op een warme plaats in de volle zon. De bodem moet matig bemest, licht vochtig en goed doorlatend zijn. 

 

Niet winterharde soorten kunnen prima als kuipplant in een pot gehouden worden. Omdat het snelle groeiers zijn vragen ze wel regelmatig wat mest. Ook wordt het aangeraden om ze eens in de 3 jaar opnieuw op de potten en ze dan wat verse grond te geven.

 

Onderhoud.

Naast het bemesten van de plant moet er ook jaarlijks gesnoeid worden. Hoe er gesnoeid moet worden is afhankelijk van hoe de plant gekweekt wordt. De meeste soorten bloeien op nieuw gevormde uitlopers.

 

Planten die buiten in de volle grond staan worden in het voorjaar gesnoeid. Dit gebeurd het beste zo rond april. Knip alle dode en lelijke stengels helemaal weg. Daarna worden de mooiste 3 stengels uitgezocht, alle andere stengels worden ook helemaal weggesnoeid. Bind de 3 blijvende stengels weer mooi aan en knip deze eventueel op de gewenste lengte. 

 

Planten die als kuipplant gehouden worden kunnen het beste in het najaar gesnoeid worden. Als eind september, begin oktober de planten naar de winterstalling gaan. Knip alle sterk verhoute stengels weg en laat wat verse nieuwe stengels staan. In het voorjaar worden de dode stengels weggesnoeid en word de plant het beste verplant met wat verse grond.

 

Voeding.

Geef de planten in het voorjaar wat compost of een laagje verse potgrond. Tijdens het groeiseizoen, van april tot september willen ze graag elke maand wat bemesting hebben.

 


Ziektes en plagen.

In de zomer hebben de planten maar weinig last van ziektes of ongedierte. Planten in de winteropslag kunnen last hebben van rode spint, witte vlieg, wolluizen en schildluizen.

 


Laatst bijgewerkt op: 30-11-2021