Sint Jansui kweken.

(Allium x cornutum)

Familie: Narcesfamilie (Amaryllidaceae)

 

 Een heerlijk, pittig en schattig uitje, dat vooral als lente-ui gegeten wordt. Eenmaal aangeschaft dan heb je er jaren plezier van.


De plant.

Deze peervormige ui wordt ook wel de Utrechtse Ui genoemd. Dit komt omdat hij voorheen hoofdzakelijk in het Koningsdal bij Utrecht gekweekt werd. De ui wordt 30 tot 40 cm hoog. Hij blijft in de winter groen en is uiterst winterhard.

 

De Sint Jansui is een neefje van de andere ui-gewassen, zoals de ui en de prei. De plant bloeit niet, maar wordt vegetatief vermeerderd. Hij maakt net als de knoflook nieuwe bolletjes, die allemaal apart uitgeplant kunnen worden. 

 

Standplaats.

Hij staat graag op een kalkrijke, goed doorlatende grond in de volle zon. De plantafstand is 12 tot 15 cm in de regel en 20 cm tussen de regels.

 

Voeding.

Deze ui vraagt weinig voeding. Voeg voor het planten een klein beetje compost toe aan de grond. Hier heeft de ui genoeg aan.

 

Oogsten.

Van april tot eind mei kunnen de verse uien geoogst worden. Ze hebben dan nog bijna geen bol onder de grond en kunnen dus prima als lente-ui gebruikt worden.

 

Als ui kan hij in juni geoogst worden. Hij vormt dan een kleine en puntige ui die goed ingemaakt kan worden. Voor 24 juni (Sint Jan) moeten de uien geoogst zijn, anders krijgt hij een bittere smaak.

 

De ui is niet zo geschikt om te koken (dan wordt hij zoeter) of te bakken (dan wordt hij weeïg). Wel kan de ui rauw gebruikt worden. Ook bij het inmaken van andere groentes is het een lekkere toevoeging. De ui kan goed ingemaakt worden en blijft dan mooi wit.

 


Bewaren.

Als groene ui is hij slechts enkele dagen in de koelkast houdbaar. De bol kan mits koel en droog bewaard is de ui 4 maanden houdbaar.

 

Vermeerderen.

Begin augustus kunnen de gescoorde uien geplant worden. Na het planten zal de ui hetzelfde jaar al beginnen uit te lopen. Met een enkele spriet boven de grond gaat de ui de winter in. Na de winter ontwikkelen zich tal van uitlopers Deze kunnen van begin april tot 24 juni geoogst worden. Laat enkele plukken van deze uien staan. In juni zal aan elke zijscheut een bol ontwikkelen. Wip eind juni de plant even lichtjes op, zodat hij daarna rustig kan besterven. De eerste week van juli kunnen de nieuwe bollen gerooid worden. Laat ze enkele dagen goed drogen. Daarna breek je ze los en worden ze in een papieren zakje in de koelkast bewaard. Voor half augustus moeten deze weer uitgeplant worden.

 

Omdat de plant niet bloeit, maakt hij ook geen zaad. Zaaien is dus niet mogelijk. De 'bloei' bestaat uit allemaal kleine broedbolletjes die ook geplant kunnen worden. Het duurt dan 2 jaar voordat er een volwaardige ui gevormd is.

 

Ziektes en plagen.

Deze ui heeft vrijwel geen last van ziektes of plagen.

 

Als de ui te lang blijft staan wil hij een hele enkele keer wel eens last hebben van het Sint Jansui-virus. De bladpunten kleuren geel en daarna zal de gehele plant afsterven. Verwijder de aangetaste planten en voer ze af. Zet op die plaats de komende jaren geen Sint Jansui meer.

 

Kalender.

voor half augustus - planten

April en mei - oogsten

eind juni - licht opwippen

Eerste week van juli - rooien en drogen

 


Laatst bijgewerkt op: 16 juni 2021