Frambozen.

Frambozen zijn vaste planten. Ze zijn te verdelen in 2 groepen, de zomerframbozen en de herfstframbozen. Het zijn gemakkelijke planten waar veel vruchten aan komen. Je zult al snel een flinke bak met frambozen kunnen plukken. 

 


De plant.

Onder de grond ontwikkelen ze een wortelgestel, waaruit de nieuwe uitlopen ontstaan. Zo kan het al snel een grote en brede struik worden. Om de plant moet wel regelmatig geschoffeld worden, anders zal de plant al snel te breed worden. Ook zal de plant jaarlijks een snoeibeurt nodig hebben, zo blijft hij jong en zal hij veel vruchten blijven geven.

 

Planten.

Frambozen kan je het hele jaar door planten. Als het te warm is, snoei dan het gewas na het planten flink terug. De plant zal snel nieuwe uitlopers gaan maken. Maak het plantgat iets groter en vul hem op met compost en turf. Na het planten flink water geven.

 

Soorten.

Zomerframbozen.

Glen Amble

- Deze zomerframboos geeft van eind juni tot half juli rode, grote, stevige vruchten. Hij is niet gevoelig voor ziektes.

Malling Promise

- Deze geeft rode, middelgrote, zeer zoete vruchten. De frambozen zijn rijp tussen half juni en half juli.

Schoneman

- Een frambozensoort met rode, grote, zoete vruchten. Hij is iets later en plukbaar vanaf half juli tot eind augustus.

Golden Everest

- Een gele framboos die te plukken is van juli tot in oktober. De vruchten zijn zoet en zeer groot.

 

Herfstframbozen.

Polka

- Deze geeft rode, zeer grote en zoete vruchten. Deze zijn te oogsten in augustus en september. Dit is een stevige groeier.

Heritage

- Deze geeft van augustus tot in oktober zeer veel iets kleine, rode en zoete vruchten.

Fallgold

- Een gele herfstframboos. De vruchten zijn iets klein, maar zeer smakelijk. Ze zijn te plukken tussen eind augustus en eind oktober.

 

Standplaats.

Ze doen het op bijna elke grondsoort, maar doen het op zijn best op een goed doorlatende en wat zure grond.

 

Plantafstand.

Zet frambozen van hetzelfde ras een centimeter of 30 uit elkaar. De planten zullen snel naar elkaar groeien.

Zet je verschillende soorten, zet ze dan minimaal 1 meter uit elkaar. Ze vormen namelijk ondergrondse uitlopers. Op die manier voorkom je dat de soorten door elkaar heen zullen groeien.

 

Onderhoud.

Snoeien.

Zomer framboos.

Aan het einde van de zomer snoei je de takken weg die vruchten gedragen hebben.

 

Herfstframboos.

In de winter als het niet vriest 10cm boven de grond alles wegsnoeien. Als in het voorjaar de nieuwe takken opkomen, knip je de zwakkere takken weg. Laat ongeveer om de 10cm een sterke tak groeien. Zodra deze 1 meter hoog zijn snoei je de helft van de takken tot 50cm hoogte terug.

 

Herfstframbozen voor de snoei.

En na de snoei.


Opbinden.

Omdat frambozen een slap gewas hebben is het nodig op de stengels wat steun te geven. Bind de stengels regelmatig op. Dan buigen de takken niet door en blijft het allemaal wat overzichtelijker. Ook is het dan veel makkelijker om de frambozen te plukken.

 

Voeding.

Geef de planten na het terugsnoeien een flinke dosis met nieuwe turf. Ook kan je ze in het voorjaar wat koemestkorrels geven. Geef niet te veel, want frambozen hebben weinig voeding nodig.

 

Oogsten.

Als de frambozen rijp zijn, zullen ze gemakkelijk te oogsten zijn. Neem de vrucht tussen je vingers en beweeg hem rustig naar beneden. Het hartje zal aan de struik blijven zitten. Omdat frambozen erg kwetsbaar zijn moet je proberen om ze niet te beschadigen. Beschadigde exemplaren kunne het beste ter plaatse worden opgegeten.

 

Bewaren.

Probeer frambozen te plukken als het droog is. Het zijn zeer zachte vruchten en dus niet erg lang houdbaar. In de koelkast kunnen ze 2 tot 3 dagen bewaard worden.

 

Geplukte frambozen kunnen voor jam, saus of limonade heel goed ingevroren worden. Vries ze rauw in of maak er sap van. In de vriezer zijn ze ongeveer een half jaar houdbaar.

 

Ziektes en plagen.

De meest voorkomende ziekte is Botritis. De vruchten zullen dan gaan schimmelen. Pluk de vrachten en verwijder deze. Laat ze niet in de buurt liggen, want dan zullen meer vruchten ziek worden.

 

In de oudere rassen zitten er nog wel eens aaltjes in de frambozen. Kijk na het plukken van de vruchtjes of er geen beestjes aan de binnenkant zitten. De nieuwere rassen zijn meestal resistent tegen deze aaltjes.

 

Verder zijn er diverse bladziektes. Vaak geven deze ziektes aan dat er iets niet goed is met de bodem.  Knip aangetaste delen weg en geef de planten weer eens een nieuwe dosis turf. Grote kans dat het probleem verholpen is.

 


Laatst bijgewerkt op: 16 januari 2021